Mijn moeder durft de straat niet meer over te steken. Ik heb met haar afgesproken, ze is altijd te vroeg dus ik ook. Ze komt niet. In mijn hoofd maak ik scenario’s over hoe ze dood naast haar bed ligt en ik vind de sleutel van haar appartement niet.
Ik loop de weg af die ze moet afleggen om tot bij ons te geraken en daar staat ze aan de andere kant van de weg. Ze staat in zichzelf te praten. Pas als ik dichtbij ben herkent ze me.
“Ik durf de straat niet meer over te steken. Mijn hoofd wil niet meer mee.”.
Ik neem haar mee en we lachen over hoe je hoofd in de weg kan staan van wat je werkelijk wil en dat het oversteken van een weg echt de allerkleinste hindernis is in dat lange grote mensen leven dat ze al achter de rug heeft.
Mooi en heel erkenbaar.