Hij zit naast me en drinkt een cava. Hij denkt na over alles wat er is gezegd op de dag die bijna voorbij is. Hij praat over zijn leven als hij niet hier is. Hij vraagt me om het er niet over te hebben dat hij in het buitengewoon onderwijs zit. Het doet er niet toe, zegt hij. “Ik maak Wortel van Glas met jou en niet met de school.”. Hij heeft gelijk. We hebben er niet meer over. Die avond kijkt hij naar een meisje en we lachen er over. Samen met Brent – want zo heet hij – verleggen we grenzen. Waar we zijn? In Dworp. Tijl heeft ons uitgenodigd. We werken er aan Wortel van Glas. Brent loopt elke dag meermaals alle disciplines van de Olympische spelen. Hij is sterk en zet door. Kris helpt hem met zijn spreken. Ze hebben een lijntje samen. Hij houdt haar vast als ze het moeilijk heeft. Na vijf dagen nemen we afscheid. Iedereen heeft het moeilijk. Brent en ik werken verder. Hij wordt sterker. Vandaag zag ik een oproep naar “Personen met een beperking”. Wie niet , dacht ik. We hebben het er niet meer over.