Die hoofden overal. Hoofden in profiel. Frenetieke en radeloze hoofden. Rustige hoofden. Hoofden van schrijvers, dansend door hun tekst. Mijn hoofd dat ik te koop zou aanbieden mocht er iemand geld voor geven. De hoofden van het publiek dat dan weer verder gaat in lichamen en ledematen. Mijn hoofd voelt als een werf, waar veel samen werkt in allerlei complexe verbanden. Gisteren stond ik met mijn zoon en mijn lief aan een ijsjeskraam – op een ogenblik dat ik de economische betekenis van dit bestaan even los liet – ik vroeg hen wat voor smaak ze wilde en bestelde iets helemaal anders. Mijn zoon trok aan mijn mouw en zei; “papa, je bent je hoofd vergeten.”. En dat was zo, een vergeten hoofd ligt ergens te wachten.