Villa D’Hondt – Weststraat 91 – Blankenberge.

Blankenberge? Toch ni in Blankenberge? Aantwààrpe aon de zee? En toch kan je daar, weg van alle drukte heerlijk logeren in Villa D’Hondt. Vlakbij “de trappekes” en dichtbij de zee. Ik leerde het vorige herfst kennen, een prachtig huis, statig met heel veel originele elementen.  Dit verhaal schreef ik voor dit huis,

Mijn vader was mijn held.Mijn vader kon op een grassprietje fluiten!Samen lagen we uren op het strand en beantwoorde het gefluit van de vogels.Een symfonie van gekwetter.Onophoudelijk.

Ik vroeg mijn vader of de vogels ooit ophielden met hun gekwetter.“Nooit.”, zei hij beslist , “ze fluiten zelfs in hun slaap.”.En toen was hij er niet meer.Hij was weg.Lag opgebaard in een kist.Geen verhaaltjes meer voor het slapen gaan.Mijn vader was dood.Ik stond aan zijn kist en keek naar zijn stijve lippen.Mijn vader was mijn held.Ik kon nergens met mijn verdriet heen.Ik mocht niet huilen.Huilen is voor kleine kinderen.

Ik liep naar de zee en zij ving mijn tranen op en leerde me alles in dit leven.Ze nam mijn hand.

 Ik geloof in feeën.Prinsessen ook.Maar het mooiste wat er is is zij.Ze wacht geduldig.Soms, heel soms, is ze onstuimig.Daar is ze.Vredig en stil.Met een weinig blauw boven haar ogen.Ze kijkt en zwijgt.Vele liefdes zijn aan haar voorbij gegaanHeeft ze laten gaan.Zij houdt ons land bijeen.Nee, zij sluit geen compromissen.Nog liever neemt ze koud en harteloos afscheid dan haar leven te splitsen.Niemand vraagt haar anders te dansen dan ze danst.Niemand zegt haar hoe ze zich moet kleden.Niemand zegt iets over het schuim op haar mond.Niemand vindt het erg dat ze langzaam de aarde op eet.De zee is zoals ze is en dat vindt iedereen goed.De zee is de perfecte vrouw…En niemand die voor haar valt.

Behalve ik.

Deze muziek moeten ze spelen op mijn begrafenis.Op mijn laatste rustplek.Ik,Tussen zes houten planken.Ik hoor niks.De ultieme stilte.Alleen het gewoel van de aarde op mijn hoofd.En dan moet er iemand iets over me zeggen.Over hoe goed ik wel niet was.Over hoeveel goeds ik heb gedaan…Wie kan er iets over me zeggen?

(denkt lang na)

Mijn beste vriendin.De zee.Ga toch weg;Ga toch allemaal weg.

Wat doen jullie hier?Het weer is goed buiten!Het stond in de krant.Het weer is goed.Als het in de krant staat is het zo.Ik hoef de zon niet te zien.Mijn bleke vel zou verschrompelen moest het de zon zien.Wat willen jullie weten?Mijn naam?

D’Hondt

Gustave

 Ik heb hier geleefd.Samen met haar.De zee.

Mijn lieve vriendin,Mijn moeder,Mijn vrouw.

Zij bracht me alle rijkdom.

Als kind zag ik het zand als goud, de schelpen waren mijn geld,De vloed van de zee het af en aan stromen van al die rijkdom.De zee gaf me alle wijsheid en liet zien dat ik echt geld met haar kon verdienen.Iedereen sprak alle talen en ik werd een zeeuitbater.De zeeuitbater.

Betalen voor je d’r in gaat!

Ik telde de golven.En bij elke golf dacht ik,Verder, we moeten verder.Grootser.Ik bouwde een hotel zodat iedereen naar haar kon komen kijken.Sommigen gingen in haar.Soms wel 21 keer.Het kon me niet schelen, zolang ze maar betaalden.Samen met mijn vrienden bestormde ik de zee.

En zij?

Ze vond het goed.Nooit werd ze boos op me.Ze lachte, zelfs als ik in haar spuwde.Ik sloeg alles en iedereen plat met mijn plannen en ideeën voor deze stad.Zo was er ‘ns een insect dat bij me voorbij kroop aan de keukentafel.Ik zette mijn glas er op en het beestje kon niet meer verder.Langzaam stikte het onder mijn glas.En het was zijn eigen schuld!Om te beginnen had het zich daar nooit moeten laten zien.

Ik had er geen schrik voor maar het waren mijn kinderen die begonnen te krijsen toen ze ’t over de keukentafel zagen kruipen.Sorry boy, dacht ik, ’t is niet dat ik het niet wil maar wat kom je hier in godsnaam doen.Heb je betaald voor je verblijf?Ik heb met je te doen, lieve insect.Ik zou had nog zoveel met jou willen praten, over verre reizen en vreemde continenten…

Maar je bent er domweg niet meer.Betaal in de toekomst of vraag het aan mij.

Ik was burgemeester van deze stad.En ’s nacht voer ik met m’n eigen schip over de zachte golven van mijn vrouw.

 Ik kreeg dertien kinderen.En ik was hier gelukkig ja.Elke ochtend stond ik vroeg op en liep naar haar toe.Met een zoet ruisende kreet heette ze me elke ochtend welkom.

De zee.

Tot op een dag haar zoet geruis werd bedolven met schoten uit kanonnen.Waren er dan toch mensen die haar wilde veranderen?Nee, dat niet maar ze wilden wel dat zij van hen werd.

Ik ging voor haar staan en probeerde die grijpgrage handen van haar af te houden maar ze waren te machtig.En het strafste van al was dat ze er ook niet om vroegen.Ze deden het gewoon.

Koel en harteloos.

Ik nam afscheid van haar.Ik moest.Het voelde als afscheid nemen van je vader.Je weet dat je straks weer oog in oog met hem zal staan.Maar toen ik terug kwam wilde ze niks meer van me wetenMijn zee maakte het me moeilijk.De zekerheid die ik had bij ons afscheid was voorbij.Ik ging voor haar staan en riep:

 Niks meer.Ik kon geen woord meer uit brengen.We namen afscheid in gedachten.Uiteindelijk zijn we stof en begrijpen elkaar in de stilte.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s