Het verhaal van steen.

Ik sta in een rivier en kijk naar mijn voeten die op een steen rusten. Mijn voeten lijken nu wel heel erg op die van mijn vader. Als kind vond ik mijn vaders voeten oud en onhandig en toen hij op sterven lag zag ik ze net zo. Mijn vader had zachte voeten. In de laatste dagen van zijn leven voelde ik er dikwijls aan. Hij kon niet meer praten en bewoog enkel zijn voeten in een nare droom die hem naar de dood bracht. En terwijl ik op die steen in die rivier  sta lijkt het alsof mijn vader me omarmt. Kort, zoals hij dat graag deed terwijl hij een wijsheid in mijn oor fluisterde. “Mensen zijn zoals stenen, alleen het wassende water of het botsen met andere stenen kan hen veranderen.”.

Mijn vader staat op het midden van een kruispunt. Hij weet dat hij niet lang meer te leven heeft. Wij weten dat niet. Hij is moe en wil naar zijn hotel.  We weten dat hij zich niet goed voelt. Een vrouw ziet hem koortsig op het midden van de weg staan en stapt rustig op hem af.  “Mevrouw ik wil naar mijn hotel want ik ben moe en ik wil vanavond naar de voorstelling van mijn zoon. Hij heeft een voorstelling gemaakt in een grote kerk hier en ik wil me nog wassen en even rusten voor ik naar daar ga. Hoe geraak ik bij mijn hotel?”. In een mantra herhaalt hij deze zin tegen de vrouw. Ze vraagt hem rustig in welk hotel hij slaapt en wijst hem de weg. Mijn vader dankt de vrouw, ze zegt: “Wat u deed was heel gevaarlijk meneer. U had dood kunnen zijn.”. Ze wijst naar de strepen van haar politionele rang op haar revers. Mijn vader vindt zijn hotel en even later ontmoet ik hem zoals ik hem ken helemaal ingelezen in de materie en zijn eigen visie ontwikkeld over de de kern van het verhaal. Ik laat hem kennis maken met de productieploeg, de acteurs en het leven voor er publiek de zaal in komt.

“Mensen zijn zoals stenen, alleen het wassende water of het botsen met andere stenen kan hen veranderen.”.

Mijn oudste zoon duikt weg in het water terwijl de jongste opgewonden in uit het water rent en het water langzaam boven zijn navel laat komen. Mijn oudste zoon is twaalf en wil aan zijn mama zeggen dat hij liever op één plek blijft wonen. Hij houdt heel veel van zijn mama en vindt het moeilijk om het haar te vertellen.  Hij worstelt er mee op avonden dat de sterren snel naar beneden vallen. Als een koorddanser probeer ik zijn vraag te beantwoorden maar het liefst zou ik samen met hem naar beneden donderen en luid uitroepen; “Ja natuurlijk, blijf bij ons!”. Dat gaat niet. Dat mag niet. Een tijdje terug moest ik samen met de mama van mijn zoon naar een kinderpsycholoog en we hebben goed gelachen. “Jullie kunnen het goed met elkaar vinden.”, zei de psycholoog en we keken even terug naar een tijd waar we heel veel lachten.

“Mensen zijn zoals stenen, alleen het wassende water of het botsen met andere stenen kan hen veranderen.”.

Mijn zoon houdt van raadsels. “Papa, wat zou je het liefst hebben? Dat ze jou betrappen terwijl je een geit neukt of dat je de doodstraf krijgt omdat mensen denken dat je een geit hebt geneukt maar jij weet zeker dat je dat niet gedaan hebt?”. Maar vader zei; “het gedacht is alles en je moet je eigen pad wandelen en je niet laten sturen door wat mensen over jou denken. Dat maakt een mens kapot. De mensen komen je niet helpen als jij je doel niet bereikt. Ze komen je feliciteren en zijn er graag bij eenmaal je er bent maar de weg daarnaar toe moet je heel alleen afleggen. De pot op met het menselijk opzicht!”. En zo kon hij soms uren doorgaan. Zelf was hij in de jaren na de oorlog van school weg gegaan omdat de priester leraar hem uitlachte omdat hij was wie hij was. Later mijn vader. Zijn hele leven vechtend tegen het failliete vooroordeel

De voorstelling waar mijn vader naar keek in de kerk vertelde het verhaal van een vrouw die een zwart kindje kreeg en daarvoor werd veroordeeld door een hele gemeenschap. Mijn vader vond deze voorstelling een meesterwerk. Mijn vader gaf nooit complimenten.

“Mensen zijn zoals stenen, alleen het wassende water of het botsen met andere stenen kan hen veranderen.”.

Toen ik twee jaar geleden plots directeur werd van een theaterhuis in Turnhout met 270000 Euro schulden kreeg ik het advies het rustig aan te doen. Twintig producties en zes nieuwe werkingen later is het huis weer financieel gezond. Ik luisterde naar de stenen die er waren, raapte hen op om zeker te zijn dat ik onder de steen niks gemist had en verlegde hen. Het huis mag blijven bestaan. Op die momenten mis ik mijn vader die hoewel hij geen complimenten gaf toch even in mijn arm kneep of van ver knipoogde.

“Mensen zijn zoals stenen, alleen het wassende water of het botsen met andere stenen kan hen veranderen.”.  De avond voor hij zijn fatale hersenbloeding kreeg waren mijn vrouw, ik en onze kinderen bij hem op bezoek. Hij had veel pijn maar had de dokters opgedragen niets tegen zijn familie te vertellen. Mijn vader was rot. De kanker had hem helemaal opgevreten. Hij hield onze handen heel lang vast en bleef de naam van mijn vrouw oneindig herhalen.

De dag nadien was er geen contact meer. De steen die mijn vader was viel uit elkaar.

De erosie en de talloze botsingen hadden hem gemaakt tot wie hij was en dat hield hij liever voor zichzelf.

 

 

 

 

 

 

1 Comment

  1. Dankje om dit verhaal te delen, meesterpolierder Stefan. Ik las je andere verhalen hier eerder, maar herlas ze na het korte schuren onzer stenen. Ze zijn zoals het leven is, je verhalen. Maar dan schoon verwoord.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s