Sinds ik voor mezelf weet dat de realiteit sowieso altijd een vorm van fictie is blijf ik dichter bij wie ik ben. Want we moeten altijd van ’s ochtends tot ’s avonds, een theorie ontwikkelen om al die losse onsamenhangende dingen, die we zien, ruiken, horen en voelen, met elkaar in verband te brengen. Vroeger probeerde ik me te spiegelen aan idolen of grotere broers of misschien wel ouders maar dat voelde dikwijls alsof mijn hoofd niet zelfstandig kon denken. Zo kom ik nog dagdagelijks mensen tegen, mensen die het ontheemde hoofdpersonage in hun eigen leven spelen. Terwijl het zo fijn is bij jezelf de kleine details te ontdekken en alles wat zogezegd normaal is in vraag te stellen.