Deze ochtend las ik op de site van Knack dat ” Stefan Perceval krachtige, stille beelden neer zet…” naar aanleiding van de voorstelling “Yesterday” die ik dezer dagen in de Vooruit in Gent speel.
Vandaag was een kruispuntdag; de dag begon met een bezoek aan de vakbond waar ik voor het eerst sinds veertien jaar ook voor mezelf kwam . Ookal weet ik dat ik dit beroep niet hoefde te kiezen omdat er elders geen perspectieven zijn of omdat het zoveel zekerheid geeft in economisch barre tijden is dit toch een moment waar ik met verschrikkelijk klamme handjes naar uit keek. “Spreekt u Vlaams? Gelukkig maar….”, ondanks het vroege uur was de man achter het “snelloket” duidelijk opgelucht dat ik nog net Vlaams sprak, “U bent lid maar bent hier nog nooit geweest?”. Het “snelloket” is een eerste sluis waar je door moet om dan naar een tweede sluis verwezen te worden. “Ja, dat klopt.”, zei ik,”Maar ik heb alles bij…” en ijverig begon ik al mijn c4’s van de afgelopen veertien jaar op de balie te leggen. “Ow, ow….” , stamelde de man,” dat gaat één van mijn collega’s met u doornemen.”. Hij gaf me een nummer, wees naar een nog grotere ruimte en raadde me aan daar te wachten.”Ga ni buiten een sigaret smoren want as u beurt voorbij is dan kunde terug van voren af aan en subiet wur het hier heel drukskes.”, lachte hij. Ik zei hem dat ik niet rookte en ging op een stoeltje zitten in een ruimte vol “ervaringsdeskundigen”. Om de zoveel tijd werd er een nummer afgeroepen en dan ging er weer iemand met gestage of sloffende tred naar het loket om zijn of haar verhaal te doen. Eentje werd gesuggereerd dat hij de RVA probeerde op te lichten en dat hij niet meer moest komen discussiëren. De man knipoogde wat zenuwachtig naar me en ik dacht hij elk moment een bom in de ruimte zou gooien. Een andere man kwam binnen met twee fietswielen en wilde snel geholpen worden omdat hij anders z’n trein zou missen! Toen hij zag wat er nog allemaal voor hem zat liep hij weg als een wielrenner die net in de spurt geklopt was.
Na een uur wachten was het dan aan mij. Gewapend en voorbereid ging ik naar het loket maar moest toch even een mogelijke huilbui wegslikken toen ik me realiseerde waar ik voor kwam. Ik, vader van een flinke zoon, net gehuwd sta hier om een uitkering te vragen? Dat kon niet. Ik wilde gaan lopen maar dat zou niks oplossen. De vrouw achter het loket zag bleek en had sterretjes op haar aangezicht. “Ik kom een uitkering aanvragen.”, stamelde ik en voelde me schuldig. “Een werkeloosheidsuitkering?”, vroeg de dame waarop ik zei dat het misschien wel helemaal niet nodig was aangezien het maar over veertien dagen ging en dat er wel dringender zaken in deze wereld geholpen moesten worden. “U hebt daar recht op.”, zei ze en bekeek mijn c4’s en ging raad vragen bij een dame die een beetje verderop zat. “Goed, ik ga uw c4’s van het laatste kwartaal invoeren de rest mag u terug mee naar huis nemen.”Regelmatig moest ze in overleg met een van haar collega’s onder het motto van:”Sorry, maar ik ben nieuw hier en een kunstenaar heb ik nog nooit gehad.”. En startte opnieuw een rond je over en weer.
Na één van haar vele vragenrondes aan haar collega kwam ze terug en vroeg me of ik uitvoerend of creërend kunstenaar was? “Allebei.”, zei ik waarop ze wederom naar haar collega liep. Toen ze weer terug kwam vroeg ze me wat ik het meest deed? “Ik creëer als schrijver en regisseur maar als acteur voer ik uit dus dat is fifty fifty. “. Ze herhaalde als gehypnotiseerd mijn woorden en liep naar haar collega en toen zag ik dat ze zwanger was. “Maar wat doet u full time?”, kwam ze wanhopig terug op haar stoeltje schuiven. “De dingen die ik doe doe ik full time zowel uitvoerend als creërend.”.
“Ok,”, zei ze,”dan zet ik gewoon een kruisje bij allebei.”. Ze glimlachte wat ongemakkelijk en stelde nog een tiental vragen waarvan ik zeker wist dat ze er niet toe deden.
Op één van mijn C4’s had een werkgever ingevuld dat ik 10.000 €uro per maand verdiende. “Ik veronderstel dat dit niet klopt”, zei ze met een veel magere zweetvinger op het blaadje papier. “Nee, dat klopt niet.”. “Dan stel ik voor dat u eerst om een correctie gaat vragen bij die werkgever en dan later nog is terug komt. Sorry hoor, maar er is veel misbruik van het artiestenstatuut!”. Ik draai me om en loop naar buiten. Een collega fietst voorbij en roept “alles goe, waar zijde mee bezig?!”. Ik lach en fiets verder. Ik verstuur een brief in een pas overvallen krantenwinkel annex postkantoor. Overal hangen er krantenknipsels van de eigenaar met en zonder blauw oog. Een vrouw vraagt of ik een adres voor haar op een enveloppe wil schrijven. Ik zie het adres en zeg haar dat het vlakbij is en dat ze het evengoed gewoon kan gaan afgeven. “Nee is België is met post en stempel is bewijs!”. Ik schrijf het op terwijl een paar ouderlingen commentaar geven op ‘de po-li-tiek’ en aan elkaar uitleggen dat ze eigenlijk makkelijke mensen zijn. Ik geef de enveloppe aan de vrouw en ze wil me bedanken met een briefje van vijf €uro. Vijf €uro voor een adres op een enveloppe te schrijven! Ik bedank haar en wandel naar buiten. Tegen dat mijn zoon naar huis komt vul ik de ijskast en denk na over mijn toekomst; ik speel, regisseer, schrijf, coach, geef les. Moet ik een keuze maken of kan ik dit alles blijven combineren? Ik vraag mezelf af waar ik het gelukkigst van wordt en kom tot de conclusie dat ik harde keuzes moet maken maar wel bij ben dat ik alles doe wat ik doe. Tijdens een gesprek met mijn broer Peter wordt die gedachte nogmaals bevestigd. Het is zoals Wittgenstein schrijft;” als het kind de taal leert, leert het tegelijk wat te onderzoeken valt en wat niet te onderzoeken valt. Als het leert dat in de kamer een kast is, dan leert men er niet aan twijfelen of dat wat het ziet nog altijd een kast is of alleen maar een soort coulisse.”. En daar word ik blij van.
Beetje later zit ik op café en lees de krant. Een acteur komt binnen en vertelt me dat hij heel “gemortiveerd” is om een nieuwe rol te spelen. Ge-mor-ti-veerd….klinkt als een Vlaams acteur.
Hoop en bid dat dit de laatste maal zal zijn dat je met Vlaamse overheidsadministratie te maken hebt. Ik peins hélaas van niet.Hun motto is: Waarom gemakkelijk als het moeilijk ook kan.
“Gemortiveerd”….. klinkt als een doodvonnis.