Elf uur. Tweede telefoon van de dag. Of ik nog speel? Ja, zeker. “Maar u regisseert toch?”. Ja, dat klopt.”En u speelt ook nog?”. Ja, waarom vraagt u dat? “Ik zie u hier in een lijst voor acteurs staan maar ik ken u alleen als regisseur?”. Oh, ok. Ik speel nog. “Goed, ok. Ik noteer dat u naast regisseur ook acteur bent.” Ja, dat is goed. Half twaalf. Derde telefoon van de dag. “Dag, nog is met mij.” Ja, wat wil u? “Ik zie hier in mijn lijst staan dat u ook schrijft, klopt dat?”. Ja, ik schrijf. Ik heb er net nog een prijs voor gekregen.”Oh, dat wist ik niet.”. ’t Is niks. “Dan noteer ik in mijn lijst dat u naast acteur en regisseur ook schrijver bent.”. Ja, noteer dat. Ik leg de telefoon neer en sindsdien is er geen telefoon. Zou het kerstmis zijn?