“Het was briljant!”, riep een man uit, “technisch…maar briljant!”. Ik verstond er niks van, hoe kan nu iets de schittering van briljant oproepen en tegelijk afstand scheppen? Want vind je niet dat als je iets kan analyseren de magie en de schittering verdwijnen? Of ontstaat de magie juist omdat je het kan analyseren? Gisteren gaf ik een lezing in het kader van een studiedag rond kunst en – cultuureducatie aan de Leuvense universiteit, een groot gezelschap wisselde ervaringen en gedachtes uit rond dit thema. Mensen die mijn blog regelmatig bezoeken weten hoe belangrijk ik het vind dat we als kunstenaars de studenten gaan opzoeken. Ik vertelde over mijn ervaring met studenten en hoe tijd een luxeproduct is in dit hele verhaal. We leven in een gesofisticeerde wereld die per seconde een andere dimensie lijkt aan te nemen. Als je ziet hoe een land als China in een razende vaart het Westen in haalt. Daar zie je letterlijk hoe mensen worden opgevoed om er meer Westers uit te zien en zich ook zo te gedragen. Promotiefilmpjes tonen hoe dat moet en als je dat zo ziet heb je bewondering voor deze mensen maar briljant vind ik het niet. Zo bouw je een technische gemeenschap op. En daar moeten ook wij voor op passen. Ik zal me daar als kunstenaar in ieder geval tegen verzetten. En dat is dan op zich weer een goeie uitgangspositie voor het laten ontstaan van verwondering. Het zit toch goed in elkaar.