Vandaag mijn eerste rustdag sinds m’n thuiskomst uit het verre Oosten.Wat kan ik zeggen? Shanghai was overdonderend, in vergelijking met Shanghai is Antwerpen een dorp. Deze relativering en de ervaring – lees maar cultuurshok- zorgt er voor dat ik sinds mijn thuiskomst met andere ogen kijk naar de sector waar ik me in begeef. Deze ervaring bevestigt nogmaals dat wat we hier cultuurindustrie durven noemen peanuts is met wat er in de rest van de wereld gaande is. Onze sector zit in de gedoogzone; we mogen mogen en mogen daar blij om zijn maar niemand – om niet in percentages te hoeven spreken- ligt er wakker van. Onze rol in dit land is belachelijk als je het vergelijkt met de invloed van de culturele sector in de rest van de wereld. In Shanghai werd ons werk onderzocht en waren de bewondering appreciatie niet uit de lucht te slaan. Soms kon je je afvragen of het wel gemeend was? En toch, het was gemeend. Wat leert ons dit? Het leert ons dat we hier rustig verder werken en dat we ons zelf en ons werk op tijd en stond mogen relativeren. En het buitenland? Ze houden ons in de gaten en appreciëren wat we hier ontwikkelen en zijn stomverbaasd als we de data geven over wie of wat we in hun ogen slechts bereiken.