Ik vind het echt dikke kak!
Antje de Boeck – Vlaamse actrice – gaat niet in op een uitnodiging van de Vlaamse dienst voor arbeidsbemiddeling om kaartjes te gaan scheuren bij de musical Daens. Waarom ze er niet op in gaat? Ze is actrice. Punt dus. Collega acteurs springen in ’t gelid en schreeuwen moord en brand want zo hoorde ik er eentje brabbelen op StuBru, “we zijn kunstenaars, we hebben daar een opleiding voor gevolgd dus we gaan toch ook niet de straat vegen!”. Wel lieve vrienden, ik ben acteur en ik zeg het u als ik geen werk heb en ze verplichten me om wat dan ook te doen om mijn bestaansminimum te garanderen, ik zal het godverdomme doen. En me niet verstoppen achter semi- zweverig kunstenaarschap. Er zijn duizenden mensen die opleidingen hebben gevolgd voor dingen waar ze – door allerlei redenen – geen werk in vinden. Er zijn miljoenen mensen die hun droom om die of die job of opleiding te volgen opzij hebben geschoven en iets anders zijn gaan doen om het hoofd boven water te houden. “We zullen voor de kunstenaars een andere regeling moeten uitwerken.”, Sprak de vrouw van de VDAB wat beduusd op het journaal. En wat hoor je dan vandaag; een man sprak me aan om te zeggen dat “die artiesten wel denken dat ze alles mogen. Waarom moeten jullie niet gaan werken en de kleine man schorsen ze even leuk in dezelfde situatie.”. En ik begrijp die man. Ik begrijp dezelfde vele boze reacties op dit voorval en zie niet in waarom er weer een uitzondering op de regel zou moeten zijn. Er zijn te veel kunstenaars en zeker acteurs. Er studeren er elke jaar veel te veel af in een veel te klein taalgebied misschien moeten we daar de vinger aan de pols leggen zodat we vele ontgoochelingen kunnen besparen.
Uiteraard heeft iedereen een droom en het is goed om die achterna te jagen maar soms moet je er ook voor vechten en door een dal voor durven gaan, zonder uitzondering.