De vader en het strand lagen tegen elkaar in de zon.
De vader stond recht,schudde het zand van het strand van z’n rug en liep naar zijn zoon.
Maar die wilde niks van z’n vader weten want het strand en de zoon waren de beste vrienden.
De vader ging op z’n knieën zitten, overschouwde het strand en dacht dit alles voor één man
te veel van het goede was.
De zoon zwom de hoogste golven tegemoet terwijl het strand nooit onder zijn voeten verdween.