Vandaag was ik met mijn zoon is een ijssalon nadat we eerst denkbeeldige haaien en andere zeemonsters hadden overwonnen in het zwembad. In dat ijssalon zwom 1 vis in een klein zielig plasje water. “Wat doet die vis zo alleen?”,vroeg mijn zoon. “Die vis zwemt rondjes in zijn vijver. Die vis is heel eenzaam zo alleen.”, zei ik.
“Wat is eenzaam?”, vroeg mijn zoon.
“Eenzaam is als je geen vrienden, geen familie, niks hebt, als je altijd helemaal alleen bent.”.
“Dan zwem je alleen!”, riep mijn zoon enthousiast uit, “dan is dat zeker een papavis!”, vervolgde hij.
“Waarom?”, vroeg ik op mijn beurt.
“Omdat papa ook altijd alleen is.”, zei hij gevat en smeet een stuk van zijn pannenkoek in het plasje water. De vis keek er zelfs niet naar.