De lijnen in het zand zijn getekend.
Duizende voeten, poten, handen en hoeven trekken lijnen en laten hun afdruk na.
De mens op het canvas ook.
Maar de vrouw die daar onder de boom koelte zocht was weg gezonken in schaamte omdat ze haar leven had gemist.
Ooit was ze bang, écht bang, verkeerde keuzes te maken.
Ze liet haar liefde lopen voor vrienden en familie.
Maar vrienden trouwden, nodigde haar uit wanneer het hen uitkwam.
Het bleven wel vrienden.
Familie was er ook en dat zal altijd zo zijn dat is zo met familie.
Maar nu zat ze voor zich uit te staren en dacht aan hoe het had kunnen zijn als ze toen de keuze had gemaakt.
Ze heeft de keuze nog nagejaagd maar ze was verdwenen.
De boom deed een poging om haar hoofd te koelen maar wat restte waren lijnen, getekend.
Ze was niet meer dan een korrel in dit bestaan die nog moest leven.