Mensen leven hun levens op verschillende kruispunten. Je bent tegelijk vader, man, broer, kunstenaar. In mijn werk met mensen met mensen met een beperking komt er ook het onoversteekbare kruispunt ‘iemand met een beperking’ bij. Vandaag zat ik in een panel met hoogleraren, schrijvers, een wereldberoemde filosoof over hoe je cultuur en onderwijs samen kan brengen. Terwijl ik al deze hoge dames en heren over gemiddels hoor praten en hoe fantastisch ze wel niet hun eigen kinderen opvoeden vraag ik me af hoe zij dit kruispunt zouden oversteken? Ik gooi de vraag op en zie de filosoof wegzakken, denkend aan welke andere wereldberoemde filosoof een beperking had en hoe hij deze nu zou kunnen citeren zodat de dame die het panel leidt zachtjes van haar stoel kan afglijden en later van zijn schoot. Een dronken man in het publiek probeert recht te staan en een antwoord te formuleren maar meer dan “ik…gij…wij allemaal….kkkkkunst”, verstaan we er niks van. De filosoof komt tot de vaststelling dat wellicht ieder mens een beperking heeft maar dat de er de laatste tijd een grote nood is aan een doelgroepenbenadering. Hij geeft zichzelf als voorbeeld en ik zie dat de hoogleraren en de schrijvers en de dame die het panel in goede banen moet lijden monkelend van zijn woorden eten. De filosoof geeft toe dat hij elke dag een glas wijn moet drinken als hij thuis komt. “Je zou dit een beperking kunnen noemen…”, vertelt hij terwijl hij verder gaat over het culinair orgasme waar van geniet als hij ’s avonds zijn ijskast leegvreet. Deze wereldberoemde filosoof stelt na een omweg over verschillende kazen dat een beperking ook iets hele krachtigs kan zijn. En daar ben ik het helemaal met hem eens. Maar hoe kun je een gelijkwaardige relatie opbouwen als je denkt dat jij normaal bent en er anderen zijn die niet normaal zijn? Of dat jij minder kwetsbaar bent dan diegene waarvan ze zeggen dat ze kwetsbaren zijn? Of als je denkt – wat ik denk – dat jij participeert en de anderen niet? In mijn dagdagelijkse zoektocht kom ik steeds meer en meer projecten tegen waarbij mensen met een beperking hun kunstjes mogen tonen in de vorm van een karaokewedstrijd of het zo goed mogelijk nadansen van een heel lenige choreograaf. Maar steeds minder en minder projecten waarbij de mensen met hun beperking de regie overnemen en tonen hoe ze zich willen ontwikkelen, zodat ze ons andere werkelijkheden kunnen laten zien en werkelijk bijdragen aan artistieke vernieuwing. We staan op het kruispunt maar geraken niet aan de overkant.