Terwijl ik met mijn zoon een vergelijkend fritonderzoek houd vraagt hij me hoe het komt dat Harry Potter nooit z’n tanden poetst. “Volgens mij heeft hij héél rotte tanden en stinkt hij want hij gaat ook nooit in bad of onder de douche of word je op Zweinstein door geesten gewassen dat zou ik ook wel willen, papa!?”. Ondertussen hoor ik twee ouders opgewonden met elkaar in discussie gaan omdat hun kind nu naar die eene school gaat waar zij zo verschrikkelijk bewust voor hebben gekozen omdat” die school veel meer van de kunstige dingens” is. Maar die school gaat nu samen met de school van mijn zoon. “Wist ge dat daar veel meer vreemden zitten?”, gaat de eene moeder verder. “Ik vind dat echt ni kunnen, wij hebben echt gekozen voor die school en de kinderen van die eene acteur zitten daar ook, ook voor de kunstdinges!”. Ik weet over welke acteur ze het hebben, een collega van me. Het is inderdaad zo dat ouders – in de buurt waar ik woon- een moord zouden doen om hun kind naar die school van “de kunst- dinges” te sturen. Maar dat volwassen mensen zo over kinderen praten omdat “hun kind schoon kind” is daar krijg ik het vliegend schijt van. Dit is geen keuze meer over het inhoudelijk want daar hebben ze duidelijk niks van begrepen maar over de vorm. Een koude rilling liep over mijn rug toen ik terug dacht aan de tijd van de Millet – jassen en wij ons dat helemaal niet konden veroorloven en hoe ze mijn moeder altijd voor mijn bomma hielden. Deze ouders zijn bevooroordeelde snobs die hun kind liefst op de reclame van Carrefour zien prijken. Ze krijgen me in de gaten en herkennen me, “Zijn zoontje zit ook op die school.”, fluisteren ze tegen elkaar. Ik steek twee fritten als draculatanden tussen mijn bovenlip en kijk hen aan. Mijn zoon lacht en laat een keiharde scheet. We lachen samen. De ouders weten met hun blik geen blijf en verdwalen tussen de cervela’s en kroketten in de koeltoog. Ze dachten misschien dat ik naar een andere frituur zou gaan, helaas; hier zijn goei fritten hier kom ik. Daar is een goeie school, daar gaat mijn zoon naartoe zo gaat dat in een democratische en geciviliseerde wereld. Hoewel…. Ik dacht dat we in een deel van de wereld leefde waar kinderen kinderen mochten zijn….en elke dag loop ik er tegen aan dat dat niet zo is.