Ik krijg telefoon van een jong acteur. “Ik bel u omdat ik opzoek ben naar werk.”. Aangezien ik filosofisch ongeschoold ben doorprik ik zijn illusie dat ik hem werk kan verschaffen. Maar ik vertel hem wel van de prachtige projecten die ik begeleid in Hasselt, Leuven, Luik en Leopoldsburg en nodig hem uit om eens te komen kijken. Het wordt stil aan de andere kant van de lijn; “…werken met mensen…nee sorry da’s niks voor mij.”. Ik wens hem veel succes en denk dat elke rede zijn rechten heeft, dat heet vrije wil. Even later loop ik met mijn zoon over het strand en geniet mateloos van de tijd die we samen doorbrengen. De dijk wordt versierd door een eindeloze reeks bizarre boetieks vol nagemaakte merkkledij. De winkels staan er verlaten bij en als ik er even binnenwandel is het aantal nep Ray-Ban zonnebrillen en sweaters met het opschrift van één of andere buitenlandse universiteit tegen dumpprijzen niet te tellen. Waarom zouden mensen dit kopen? Zou je je beter voelen als je een lage prijs moet betalen voor iets wat niet is wat het is maar er toch de schijn van heeft? Zou het te maken hebben met het opbouwen van een “imago”? Maar wat als dat imago niet echt is? Ben je juist wel of niet een chagrijnige trut als je een merk – zonnebril op je neus hebt? Het zal wel weer met “het paradoxale van deze samenleving” te maken hebben. Of misschien wel met onze drang om alles en iedereen te “labelen”, in vakjes stoppen, klasseren tot in het oneindige. Het dragen van een merkproduct nep of niet helpt bij het klasseren en mildert misschien het wijdverspreide ziektebeeld. Wat ik dagelijks mee maak is dat echte mensen zijn zoals ze zijn en dat niet laten afhangen van een merknaam aan hun lijf. Terwijl mijn zoon over het strand huppelt vraag ik me af wanneer ze hem zullen “labelen”. Misschien is het al gebeurt? Misschien helpt het wel als ik hem nog snel een sweater van de universiteit van Oxford aansteek? Dinsdag is er oudercontact op zijn school en ik weet dat ik een prachtige zoon heb.