Tante Jeanne is een huis vol rust. Te veel rust als je weet dat ze een zus van mijn moeder is. Tante Jeanne is een hoekje vol speelgoed, achter de televisie. Tante Jeanne is drie keer per dag eten in een tijd dat dat niet evident was. Tante Jeanne is muisjes op dinsdag en een nieuwe bureaulamp aan het begin van het nieuwe schooljaar. Tante Jeanne is lopen op een verlaten fabrieksterrein en een schaal vol snoep. Tante Jeanne is buch de Noëlle toen nonkel Roger nog leefde. Tante Jeanne is het inschrijvingsgeld voor de hotelschool en een koperen potje om- na zes jaar – mijn eindexamen te maken. Tante Jeanne is de vraag; “hoe is het met onze Jef?”. Tante Jeanne is haar familie bij elkaar brengen en van onderuit knipogen. Tante Jeanne is komen kijken ook al zegt iedereen dat dat echt niet meer te doen is .
Tante Jeanne was een bezoek aan een home waar ze niet graag was en vorige week was tante Jeanne een stil beeld in een bed, handen die onder een laken wuiven. Een traan die over haar wang rolt en mijn moeder veegt ze weg….tante Jeanne.
Tante Jeanne slikte met veel pijn haar laatste adem in.