Met den trein naar Brussel (uit Maria Vaart)

MARIA:

Gaade dan mee, moeder.

Met den trein naar Brussel.

Naar de Nord.

ROSA:

Twintig minuten wachten.

MARIA:

Brussel ruikt naar groene zeep, ’s morgens in de café’s .

ROSA:

“Un café noir pour Madame et un thé au lait pour mademoiselle.”

MARIA :

Ge hoort den helen tijd gerinkel van tassen en lepeltjes.

Gaade mee, moeder?

ROSA:

’s Middags eten we boterhammen met platte kaas en radijzen.

MARIA:

De ochtendzon schijnt fel naar binnen in het café.

Door het glas in lood.

Ze tekent blauwe, rode en groene vierkantjes op het tafelblad.

En dan kijk ik ne laatste keer naar mijne zoon voor ik hem daar bij die nonnen afzet.

En ze sluiten de deur van ’t internaat en ik hoor ne gil alsof ‘em mij nooit vergeven.

Ik kan geen moeder zijn. En dan terug de trein op naar de dokken of naar Keulen en daar zit ik daar heel de nacht te wachten tussen al die oorlogsverhalen.

Een moeder die alle drie haar zonen heeft verloren, eentje in Rusland en twee bij de lijf aan lijf gevechten in Berlijn.

ROSA:

Voor iedere soldaat zou een moeder moeten staan.

Dan zou den oorlog rap voorbij zijn.

MARIA:

(ze lacht)

Voor ieder moeder zou d’r ne soldaat moeten zijn dan kan de moeder moeder zijn.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s