F. staat voor me. Hij is niet meer zo stil en verlegen dan voor de paasvakantie. Hij stap zeker de vloer op en vertelt over William Shakespeare. Zijn stem is luider dan voor de paasvakantie. De andere kijken hel stil aan, ik voel hen denken hoe ze nu met hem moeten om gaan? Ze zien net als ik en zijn begeleiders dat hij vooruit gaat. Daar staat F., zo transparant met z’n eigen taal en beelden. Voor mij is het moeilijk om een beeld met enige betekenis terug te koppelen naar wat later de voorstelling zal zijn omdat dit beeld en het pad dat deze jonge man aan het afleggen is opzichzelf staat.In de auto naar huis weet ik dat dit een moment dat niet te vatten is en dat maakt me zo blij.
Proficiat F.; proficiat Stefan je brak de stilte.