Ik schreef twee jaar terug dat 2010 het jaar van de afwezige man wordt. Wat ik daar mee wilde zeggen of in welke bui ik dat geschreven heb ben ik allang vergeten. Zelfs de meest intensieve vorm van het afspeuren van mijn geest laat niets terug komen. Wat ik wel merk is dat 2010 een echt overgangsjaar zal zijn. Een jaar waar ik veel nieuwe paden zal bewandelen en blijf zoeken naar de vorm – misschien wel een structuur- om mijn werk in te tonen. En toch kan ik me niet voorstellen dat ik daardoor afwezig zal zijn? Niks is zo heerlijk als thuiskomen… Me hier nestelen. Zonder enige vorm van standpunt een verveling over mijn geest laten dalen die een beetje filosofeert, kletst, verliefd is, kookt en speelt waardoor het leven buiten die cocon bijna abstract wordt. Waar je met je neus tegen de venster zit en kijkt naar de krampachtigheid en het onzinnige en ongemotiveerde handelen van je medemens.
Af en toe doe ik hier een liefdesverklaring aan mijn lief of aan mijn zoon maar van hem mag ik het niet te dikwijls zeggen want dat relativeert de vreselijke kracht van deze fenomenale woorden en dat heeft hij nu al door. Mijn zoon die elke vrijdag op en af gaat waardoor vrijdag mijn lievelingsdag maar ook een dag is die ik haat omdat hij er dan niet meer is. Vrijdag is een dag die me oplucht en ook knorrig maakt. Probeer dat maar eens te verenigen.
“2010 wordt het jaar van de afwezige man.”, zo schreef ik het neer. Zeker is dat we in 2010 veel werk hebben. Om te beginnen is er HONDSTUK een voorstelling naar een tekst van mijn broer Peter die ik samen met Sien Eggers maak. DE LERAAR en BOLLEKE SNEEUW komt terug. Voor HETGEVOLG maak ik een locatievoorstelling met drie topactrices: An Nelissen, Sien Eggers en Marit Stocker. Het einde van het jaar 2010 sluiten we af in HETPALEIS met een kerstvoorstelling voor de hele familie met de wonderbaarlijke muziek van Alex Otterlei.
En natuurlijk ben ik al druppelsgewijs bezig met ICARUS een voorstelling die ik maak met de jongens en meisjes van DE DAGERAAD uit Kortessem. Deze week hebben ze allemaal een brief geschreven en meer vertel ik er nog niet over maar ik durf nu al wel zeggen dat het “machtig” wordt.
Een vriendin van me studeert voor psychologe en soms vertelt ze dan over haar patiënten en hoe er dan van die mensen zijn die de hele tijd dreigen dat ze zichzelf wat gaan aan doen. Als ik haar dan vraag waarom ze dat dan niet doen bekijkt ze me alsof ik met haar beroep lach.
En dat wil ik niet maar ik begrijp dus niet waarom iemand die bijvoorbeeld de hele tijd dreigt met onder een bus te lopen niet gewoon onder een bus loopt? Waarom er zoveel mensen mee lastig vallen en het niet doen? En ik schrijf dus dat 2010 het jaar van de afwezige man wordt en ik er begint me zo stilaan iets te dagen terwijl ik dit schrijf. Dat heeft me dus een consultatie uitgespaard. U is bedankt.
Eenzaamheid, een-zaam-heid is het antwoord.
En aandacht een beetje aaaaan-dacht, aub?