Waar komt deze spanning vandaan? Al een paar dagen word ik verlamd door spanning. Ze vermoeid me zodat ik na enkele uren wakker zijn terug doodop ben. Soms moet ik dan denken aan mijn goede vriend Dimitri Dupont. Hij was moe, kon maar even schrijven en dan weer moe. Ging naar de dokter, ging naar het ziekenhuis. Ik was aan het repeteren met een voorstelling waar de oorspronkelijke regisseur was gaan lopen. Het was een middag pauze na een inspiratieloze repetitie toen Dimitri me belde. “Heui Slisse!”, hij noemde me altijd Slisse naar het bekende duo Slisse en Cesar. “Ga d’is zitten.” , zei hij aan de telefoon. Ik ging zitten.
Hij vertelde me het verhaal van het moe zijn en dan uit het niets; “’k heb kanker gast. Misschien valt het te genezen. Ik gaan binnen een paar weken onder ’t mes.” Wat toen volgde was een periode van twijfel afgewisseld met korte beterschap. Uiteindelijk is de dood hem komen halen. Heel stom hebben we op het einde niet meer met elkaar gesproken. Iets wat ik mezelf nooit vergeef. Na zijn begrafenis ben ik naar huis gegaan en toen zat er een reiger in mijn tuin die me vrank aan keek. Het was helemaal de blik van Dimitri, zo nen blik van “ en nu? Wa gaade nu doen, stommerik?”. We hadden niet veel woorden nodig. Elke dag denk ik nog aan hem en als ik met vragen zit, of twijfels dan vraag ik me af wat hij nu zou doen? Hij heeft me veel geleerd en we vulden elkaar aan. Als hij ergens boos om was kalmeerde ik hem en vise versa. Hij gaf me inzicht en structuur in het schrijven en maken van theater. We genoten van onze jaarlijkse uitstap naar de zee “om te schrijven”. Maar algauw zaten we achter een frisse pint bier om de woorden de woorden te laten. En nu? Wat zou je nu doen, Dimitri? Ik kijk naar de lucht en vraag het me af kerel.